Het is jaren geleden dat ik deze vraag hoorde stellen, maar dit jaar kan het blijkbaar weer. We zijn de crisis voorbij en dat willen we niet alleen weten maar ook laten zien. Niet alleen in onze huiskamers maar ook op pleinen en in winkelstraten veel bomen, ballen en feestelijke verlichting. Is er ruimte voor optimisme of lijkt het alleen maar zo?
Toen ik een paar dagen geleden de boom binnensleepte, was het echt wel even schrikken voor de thuisgenoten. ’Wat krijgen we nou’, ’Sinds wanneer zijn we van de gezelligheid’ en ’Wie gaat het boompje versieren, denk je’? Daar stond ik dan. Denk je het een beetje leuk aan te pakken, krijgen we dit. ’Als je denkt dat je de blije burger kunt uithangen, ben je echt de enige hoor! Kijk je wel eens om je heen?’
Ik voel me zelf ook weleens Sombermans, als ik al het nieuws van het afgelopen jaar op een rijtje zet en daar de niet te missen twitterdiarree aan toevoeg. En ja het zijn ongewisse tijden. Het helpt alleen niet om slechts het slechte te zien, dus het is tijd om de goede ballen in de boom te benoemen.
Zo zijn we er in 2016 in geslaagd om de samenwerking met elkaar, en met de wijkteams, de Raad voor de Kinderbescherming, de specialistische zorgaanbieders en al die anderen weer te verbeteren. Voor de kinderen maakt het namelijk niet uit dat het verschillende ballen zijn. Eén kind, één plan, weet u nog wel. De boom staat en deze grote bal van samenwerking hangt.
Voor de stevigheid hebben we een aantal zaken geregeld in 2016. We maakten afspraken met de VNG over het gebruik van standaardartikelen door gemeenten bij inkoop jeugdzorg. De Tweede Kamer kreeg de toezegging van de staatssecretaris dat hij het gebruik ervan verplicht stelt als gemeenten de nieuwe standaarden niet gaan gebruiken. Samen met collega-brancheorganisaties en de VNG kwamen we de regionale aanpak van wachtlijsten overeen. We zetten het thema radicalisering op de agenda van het jeugdzorgdomein en zorgden voor verbinding met het veiligheidsdomein. En we besloten de pleegzorgcampagne ’Supergewone mensen gezocht’, met 2.500 nieuwe pleegouders. Dat er ook nog het nodige moet gebeuren, bleek tijdens het begrotingsdebat Jeugdzorg. Het zijn de kerstballen voor 2017, zullen we maar zeggen.
Ieder kind verdient een veilig thuis. En zeker voor hen die dat even niet hebben is het goed te weten dat aandacht en zorg dichtbij is. Dat is niet het stelsel, maar dat zijn onze mensen. En zij mogen van ons verwachten dat zij met zo min mogelijk hindernissen hun verantwoordelijk werk kunnen doen. Dus moeten we investeren in (bij)scholing van personeel, ontkokerde en integrale werkwijzen en andere vormen van opvang – innovaties die soms komen van ervaringsdeskundige jongeren.
Daar willen we, of liever gezegd, daar dienen we mee aan de slag te gaan, maar in onze budgetten is maar weinig ruimte voor experiment en onorthodox werken. Voor onze mensen moet iemand de rekening betalen en dat kan het kind niet zijn. Het nieuwe werken in de jeugdzorg is als de piek op de kerstboom. Die zet je er niet als laatste op. We zijn zo druk met de decentralisatie, met het optuigen van de boom, dat we de echte transformatie, het nieuwe werken, dreigen te vergeten. Het systeem is op orde gebracht maar men lijkt vergeten te zijn waarom. En wat is een boom zonder piek: slechts een verzameling ballen!
Dus onze boom verdient een piek. Ik ben optimistisch over onze kennis, onze mensen, onze daadkracht en onze creativiteit. Goede zorg en een veilig thuis voor kinderen verdient een eerlijke prijs. Als we die krijgen, kunnen we in iedere gemeente een knappe boom optuigen. Daarmee wens ik iedereen succes, want een ‘boompje opzetten doe je samen’! Ik wens u een feestelijk, succesvol en kwalitatief uitstekend 2017!
Hans Spigt
Voorzitter Jeugdzorg Nederland